Wanneer een huisarts geen MKB’er wil zijn

Hoe kunnen mensen uit verschillende sectoren elkaar helpen met vraagstukken? Met die vraag kregen Dion Arends en Caspar Looijaard van netwerkorganisatie 2C&More steeds vaker te maken in de vijftien jaar dat ze keken naar de rol van arbeid in een snel veranderende wereld. ‘Opgedane kennis bleek helemaal niet toepasbaar in één sector, we konden juist veel van elkaar leren.’

Hun netwerk met managers van diverse pluimage kwam voor die vraag steeds vaker bij elkaar op zogeheten ‘solving avonden’. Het recept? Pizza op tafel en de koppen bij elkaar, waarbij één iemand een vraagstuk inbracht. Soms leidde dat tot een denkwijze waar iemand mee verder kon, soms groeide het uit tot een initiatief. Zo ook hun plan om de regeldruk in huisartsenpraktijken te verlichten.

Grote regeldruk heeft weinig met zorg te maken

De vraag kwam vanuit CZ, de opdrachtgever van Arends en Looijaard. Het aantal huisartsen droogde op, een trend die onomkeerbaar leek. Dat terwijl de vraag naar zorg toeneemt. Hoe kan dat opgelost worden?

Op die vraag hebben de twee nu een antwoord gevonden. ‘Want het aantal huisartsen is niet het probleem, zo zagen wij al snel. Volgens de beroepsregistraties zijn er juist méér huisartsen dan twintig jaar geleden. Waar we vooral een tekort aan hebben zijn praktijkhouders’, legt Arends uit. Dat aantal nam van 84 procent in 2000 af naar 61 procent in 2019, volgens de cijfers van Nivel Beroepenregistraties Gezondheidszorg.

Het grote verschil tussen de twee: de grote regeldruk die weinig met zorg te maken heeft. ‘In een praktijk werken zo’n dertig tot veertig mensen, waar allemaal ICT en HR geregeld voor moet worden. Daarnaast is er de financiële rompslomp. Je bent als praktijkhouder een soort MKB’er’, legt Looijaard uit. En dat terwijl praktijkhouders hard nodig zijn. ‘Niet alleen gaan veel huisartsen de komende jaren met pensioen, ook zorgt het ervoor dat je je verbindt aan één locatie en je patiënten beter leert kennen dan wanneer je als plaatsvervangend arts werkt.’

Verfijnd interim management

De aandacht voor bedrijfskundige vraagstukken is op de studie Geneeskunde minimaal, maar in andere sectoren veelvuldig voorhanden. ‘Zo kwamen we op het idee om managers uit andere sectoren in te schakelen om te helpen’, legt Arends uit. Veel bedrijven stellen uren beschikbaar aan hun medewerkers voor het breder belang: een sabbatical, vrijwilligerswerk of vrije tijd ter voorbereiding op het pensioen. Die dagen kan men besteden als interim-manager bij de praktijkhouders. Het biedt maatschappelijke betrokkenheid, zonder direct van baan te hoeven wisselen.

Managers van grote bedrijven als ABN Amro en Rabobank hebben tot nu toe 15 praktijkhouders geholpen met de meest uiteenlopende vraagstukken. ‘Iemand wiens administratie uit de hand liep, maar ook mensen die met pensioen gaan en de zaak zo goed mogelijk willen overdragen. Wachtlijsten die oplopen, praktijkhouders die ineens een nieuwbouwwijk naast hun werk gebouwd zien worden: er komt van alles voorbij wat niet met zorg te maken heeft, maar wat wel de dagelijkse praktijk bezighoudt’, legt Looijaard uit.

Met de subsidie die 2C&More heeft gekregen van NSvP willen Arends en Looijaard het project een nieuw structureel zetje geven. ‘We zijn begonnen voor Covid, wat natuurlijk uitdagende tijden in de zorg waren. Nu willen we vooral kijken hoe we meer bedrijven binnen kunnen halen om zoveel mogelijk vragen op te kunnen lossen. Dat vraagt om een beter match-platform, waarbij de juiste professional bij de juiste vraag gezocht kan worden.’